2e kwartaal 2023: Voorbeelden van onze activiteiten als actief aandeelhouder

Voordat Carmignac besloot om in de SLB-uitgiften van maart 2021 en juli 2021 te beleggen, stond het bedrijf op onze ESG-uitsluitingslijst. Ons Uitsluitingsbeleid³ bepaalt dat wij niet beleggen in energieproducenten die niet aan de in ons beleid vastgelegde drempels voldoen. Wij behouden ons echter de mogelijkheid voor om hierop uitzonderingen te maken, en bij de uitgifte van de eerste duurzame obligatie (SLB) hebben wij besloten het bedrijf van onze ESG-uitsluitingslijst te halen en de obligaties ervan te kopen omdat het:

• Betere gegevens bekend had gemaakt over de historische koolstofintensiteit van zijn energieproductie (gCO2/kWh);
• Duurzaamheidsverbintenissen was aangegaan, meer bepaald om zijn bestaande bruinkoolcentrales tegen 2023 uit te faseren en tegen 2028 bruinkool volledig te bannen;
• Twee SLB's uitgaf met ambitieuze doelstellingen op het gebied van duurzaamheidsprestaties.

In maart 2023 kondigde het bedrijf aan de doelstelling van zijn obligatie uit maart 2021 niet te hebben gehaald, waardoor met ingang van de volgende betaaldatum van de coupons, in oktober 2023, de rente erop met 50 basispunten zal stijgen. De ESG-voorwaarde die aan het effect gekoppeld was, bestond uit een vermindering van de directe CO2-emissies (Scope 1) met 40% vóór eind 2022. Het bedrijf bleef steken op een afname met 36%.
Daarop zijn wij met hen in gesprek gegaan om te achterhalen wat dit resultaat heeft veroorzaakt en welke gevolgen het op langere termijn voor de strategie en de klimaatdoelstellingen zal hebben.

De door Carmignac beheerde portefeuilles bevatten ook een andere duurzame obligatie, die het bedrijf in juli 2021 heeft uitgegeven en waaraan de doelstelling is gekoppeld om de Scope 1-emissies vóór december 2023 met 57% te verminderen ten opzichte van 2019.

Wij zijn in gesprek gegaan met de vertegenwoordiger van Investor Relations en de Financial Director.

PPC heeft ons de uitzonderlijke omstandigheden uitgelegd die ertoe geleid hebben dat het zijn doelstelling niet gehaald heeft. Door de energiecrisis als gevolg van de oorlog in Oekraïne is de elektriciteitsopwekking op basis van bruinkool opgedreven om de stroomvoorziening in Griekenland te garanderen.

Gezien onze omvangrijke obligatieposities en gelet op die uitleg hebben wij het bedrijf verzocht om publiekelijk toe te lichten hoe het vóór de deadline van december 2023 de doelstelling van de tweede duurzame obligatie denkt te halen. We hebben ook gevraagd om openlijker te communiceren over de herziening van het plan om bruinkool uit te faseren, en daarbij toe te lichten hoe die verenigbaar is met de doelstelling om in 2040 koolstofneutraal te zijn en met de belofte om de ontginning van die vervuilende brandstof vóór 2028 volledig te stoppen. Daarnaast lieten we het bedrijf weten achter het besluit te staan om wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen ('science-based targets') vast te leggen.

Wij zetten de dialoog met het bedrijf rond dit onderwerp voort.

In het kader van onze ESG-strategie en in overeenstemming met ons beleid om bij het engagement met bedrijven sterk de nadruk te leggen op klimaatverandering, monitoren wij de klimaatstrategie van deze olie- en gasmaatschappij. Tijdens de jaarlijkse algemene vergadering van 2022 hebben wij tegen het duurzaamheids- en klimaattransitieplan van het bedrijf gestemd⁵. In het tweede kwartaal heeft Carmignac, voorafgaand aan de op 26 mei geplande algemene vergadering van 2023, tweemaal gesprekken gevoerd met het bedrijf.

Het eerste contact met het bedrijf was een persoonlijk gesprek met de CEO in april. Daarop volgde een telefoongesprek met de vertegenwoordigers van Investor Relations in mei, vóór de algemene vergadering.

Beide contacten boden Carmignac de gelegenheid om het bedrijf feedback te geven over zijn klimaatstrategie. Daarbij erkenden wij dat het inspanningen levert op verschillende vlakken die verband houden met duurzame ontwikkeling en vooruitgang boekt in zijn energietransitiestrategie.
We kaartten ook een aantal punten aan waarop het bedrijf vooruitgang kan boeken:

• De verantwoordelijkheid voor indirecte CO2-emissies (Scope 3);
• De ontwikkeling van de investeringen in koolstofarme energiebronnen;
• Het gebruik van compensatiemechanismen in plaats van technologieën om de directe koolstofuitstoot te verminderen;
• De onderbouwing van de milieuvoordelen van de strategie om de gasproductie op te voeren, met een analyse van toekomstscenario's in vergelijking met andere potentiële technologieën.

Carmignac heeft dus tegen het Sustainability & Climate – Progress report 2023 van het bedrijf gestemd⁶. Het blijft ons zorgen baren dat in het verslag van het bedrijf belangrijke gegevens ontbreken om de energietransitiestrategie te kunnen doorgronden en vergelijken met die van de concurrentie. Wij vinden ook dat het management onvoldoende bereid is de verantwoordelijkheid van het bedrijf te erkennen voor de emissies die voortvloeien uit het verbruik van zijn producten. Dat standpunt lijkt ons op middellange en lange termijn juridisch niet houdbaar.

We hebben ook tegen een voorstel van besluit op voordracht van aandeelhouders gestemd⁷, waarin het bedrijf werd verzocht om zijn bestaande doelstellingen voor de reductie van de broeikasgasemissies die voortvloeien uit het gebruik van zijn producten, vóór 2030 af te stemmen op de doelstellingen uit de Overeenkomst van Parijs⁸. Wij zijn vooralsnog niet van mening dat het voorgestelde besluit een doeltreffende manier is om de klimaatverandering te bestrijden. Wij denken dat het onverwachte nadelige gevolgen zou kunnen hebben, bijvoorbeeld door het bedrijf te dwingen activa te verkopen aan investeerders die minder oog hebben voor ESG-criteria. Ook zou een dergelijk besluit de prijzen kunnen beïnvloeden en de afhankelijkheid kunnen vergroten van landen die een geopolitiek risico inhouden. Naarmate de energiesector meer gebruik gaat maken van hernieuwbare energiebronnen, kan het in de toekomst wel wenselijk blijken om een doelstelling op het gebied van de indirecte CO2-emissies (Scope 3) vast te leggen, ook al lijkt het ons vooralsnog onwaarschijnlijk dat zoiets op wereldschaal kan worden gerealiseerd.

Ongeveer 11% van de aandeelhouders stemde tegen het klimaatverslag van het bedrijf en 30% steunde het voorstel van besluit van de aandeelhouders⁹.

Wij zetten onze dialoog met het bedrijf rond dit onderwerp voort.

Meer informatie over onze stembeslissing tijdens de algemene vergadering is te vinden in het overzicht van al onze stembeslissingen op onze website¹⁰.