Op 11 maart 2020 riep de Wereldgezondheidsorganisatie Covid-19 uit tot wereldwijde pandemie. Vijf jaar later kijken drie experts van Carmignac naar de erfenis voor economieën, financiële markten en duurzaam beleggen.
Permanent verlies van het wereldwijde bbp
Covid-19 veroorzaakte een onomkeerbare daling van het wereldwijde bbp met ongeveer 3%1 als gevolg van permanente verliezen aan menselijk en sociaal kapitaal door sterfgevallen, gemiste onderwijs- en vaardigheidskansen en faillissementen.
Kloof tussen opkomende en ontwikkelde markten
Ontwikkelingslanden werden zwaar getroffen door het ontbreken van budgettaire en monetaire buffers. Ferme beleidsreacties in ontwikkelde markten beperkten de economische schade op de lange termijn door het kredietrisico van de particuliere sector te nationaliseren. Zo konden bedrijven zich richten op digitalisering, wat nieuwe wegen naar productiviteitswinst inluidde.
De terugkeer van de inflatie
De overtollige liquiditeit die via overheidsmaatregelen in de westerse economieën werd geïnjecteerd, leidde tot een sterke stijging van de goederen- en diensteninflatie. Deze uitbarsting bracht de opvattingen van de centrale banken over het voorbijgaande karakter van schokken aan de aanbodzijde aan het wankelen en liet de Fed worstelen met inflatiedoelstellingen na het einde van de lockdowns.
Ontrafeling van Pax Americana
De pandemie heeft de kwetsbaarheden van hyper-geglobaliseerde toeleveringsketens blootgelegd en geopolitieke spanningen aangewakkerd. De crisis versnelde de verschuiving van de Pax Americana naar een meer dissonante multipolaire wereld.
Fiscale dominantie en ontevredenheid
De geloofwaardigheid van de elites nam af, terwijl door de overheid gefinancierde inkomensoverdrachten het aanvaardbare scala aan economische reacties uitbreidden, wat leidde tot coördinatie van het fiscale en monetaire beleid die - in de context van de stijgende staatsschuld - fiscale dominantie en verdere inflatie in gevaar brengt. De verschillen in rijkdom werden groter en zorgde voor een toename van sociale frustraties. Deze werden gebruikt door populisten die meer budgettaire maatregelen wilden waardoor het risico op nog meer inflatie toenam.
De slinger van de consument
De verschuiving van de lockdown-beperkingen naar inhaaluitgaven leidde tot aanzienlijke omzetschommelingen voor bedrijven. De hoop dat de omzetgroei in de hoge tot lage dubbele cijfers zou blijven, ebde geleidelijk weg. Een gebied waar de consumptiegewoonten ingrijpender veranderde, is de verschuiving van goederen naar diensten. Deze verandering werd verder versterkt door de inflatie. Het contrast tussen autofabrikanten, die nu te maken hebben met een verminderde vraag en toegenomen concurrentie, en cruisemaatschappijen, die een tijdelijke opleving doormaken als gevolg van een beperkte capaciteitsuitbreiding, benadrukt deze transformatie.
Digitalisering met turbocompressor
De pandemie zorgde voor een versnelling van de digitalisering in verschillende sectoren, waarvan bedrijven als Microsoft, Apple en Alphabet profiteerden. De wereldwijde IT-uitgaven zijn gestegen van $ 4.000 miljard in 2019 tot meer dan $ 5.000 miljard verwacht voor dit jaar2. De explosie van het gebruik van gegevens heeft de zaken op het gebied van AI en de daaropvolgende integratie tussen sectoren enorm versneld, wat heeft geleid tot operationele uitdagingen, maar ook tot aanzienlijke vooruitgang.
Wanbetalingen keren terug
Na een periode van lage wanbetalingspercentages dankzij de overheidssteun tijdens de pandemie, zijn de wanbetalingspercentages gestaag gestegen. Ondanks de uitdagingen waarmee bedrijven in sectoren als vastgoed worden geconfronteerd, zijn wanbetalingen verenigbaar met groei op de lange termijn. De markten voor obligaties en ander schuldpapier bieden momenteel aantrekkelijke rendementen, maar vereisen een zorgvuldige afweging van herfinancieringsrisico's en problemen met de toeleveringsketens.
De conjunctuurcyclus is terug
Toen centrale banken een restrictief beleid voerden om de inflatie te bestrijden, keerde de conjunctuurcyclus terug, wat gevolgen had voor de activaprijzen. Met de toegenomen volatiliteit in de correlatie tussen aandelen en obligaties sinds 2021, moeten beleggers de diversificatie van hun portefeuille zorgvuldiger beoordelen en anticiperen op economische verschuivingen.
Netto negatieve milieu-impact
Beelden van schone lucht en water tijdens de pandemie leidden tot de overtuiging dat lockdowns gunstig waren voor het milieu, maar de algehele milieu-impact van Covid-19 was negatief. De tijdelijke verbeteringen in lucht-, geluids- en watervervuiling waren relatief klein en werden overschaduwd door de toegenomen hoeveelheid plastic afval voor eenmalig gebruik.
Verbeterde paraatheid voor pandemieën
Hoewel goed bestuur, wetenschap en technologie het dodental van Covid-19 beperkten in vergelijking met historische pandemieën, brachten post-pandemische onderzoeken tekortkomingen aan het licht in de voorbereiding, internationale coördinatie en infectiebeheersing. Ondanks verbeteringen voorspellen epidemiologen en virologen dat de volgende grote pandemie ‘airborne’ zal zijn en waarschijnlijk in de komende 5 tot 25 jaar zal plaatsvinden. Het risico hierop is met toegenomen als gevolg van temperatuurveranderingen en extreem weer.
De opkomst van systeemrentmeesterschap
De wereldwijde daling van het bbp benadrukte het belang van 'systeem'-rentmeesterschap, aangezien de waarde van bedrijven op portefeuilleniveau hun individuele bedrijfswaarde kan overtreffen. Dit werd geïllustreerd door biotech-aandeelhouders wier economische interesse in Covid-19-vaccins een aanzienlijke impact had op de bredere economie. Dit perspectief wordt nu toegepast op kwesties als antimicrobiële resistentie en klimaatverandering, waarbij bedrijven worden beoordeeld op basis van systeemrisico's en het totale portefeuillerendement in plaats van individuele winsten.
ESG-beleggen is volwassen geworden
De pandemie viel samen met een hausse in duurzaam beleggen, met als hoogtepunt de introductie van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) in Europa. Het belang van artikel 8- en 9-fondsen, die naast financiële factoren ook ESG-kwesties explicieter beschouwen, is aanzienlijk toegenomen.